zaterdag 19 maart 2011

Onverwachte ontmoetingen

Onlangs zag ik het toneelstuk "De Kus", geschreven en geregisseerd door Ger Thijs en gespeeld door Huub Stapel en Carine Crutzen. Een toneelstuk over een toevallige ontmoeting bij een bankje in het bos. Hij een mislukte cabaretier, zij vrezend dat ze borstkanker heeft. Beide spelers kregen de zaal al snel mee en ik heb een fijne avond gehad.
De recensent in Trouw vond het maar niks. Er was "geen chemie in het Limburgs bos". Het werd niks. Allicht, het was ook een toevallige ontmoeting. Daar hoeft niets uit voort te komen. Een luisterend oor kan al voldoende zijn. En het deed mij denken aan een aantal "toevallige" ontmoetingen die ik ooit gehad heb. Of liever, ontmoetingen die mij toevielen.
Juist omdat je naar alle waarschijnlijkheid nooit meer iets met elkaar te maken zult hebben, kan het tot bijzondere gesprekken komen, op zo'n bankje in het bos, in de trein, of waar dan ook.
Zo was ik ooit per trein op weg naar de Universiteitsbibliotheek van de UvA voor mijn scriptie over Christa Wolf en ik raakte in gesprek met een medewerker van de FAO, de Wereld Voedsel Organisatie. Het was een gesprek dat nu nog mijn kijk op bepaalde delen van de wereld en de (on)mogelijkheden van hulpverlening in sommige situaties bepaalt.
Vorig jaar zomer in Edinburgh zat ik 's avonds na het eten nog even te genieten op een bankje in Princes Street Gardens en even later was ik in gesprek met een jonge Duitse toerist; in het Engels (hij had in Duitsland weinig kans om zijn Engels te oefenen) bespraken we de leuke dingen die we in Schotland hadden gezien en de situatie vroeger en nu in Duitsland, en vooral in het oosten van dat land, waar hij vandaan kwam. Twee wildvreemden in de zomeravondzon, die een goed gesprek hadden. 
Vandaag viel me ook een ontmoeting toe. Op de begraafplaats, waar ik de struikjes op het graf van Joost had bijgeknipt, zag ik iets verderop een zichtbaar verdrietige vrouw komen aanlopen en blijven staan. Aarzelend ging ik naar haar toe, ging naast haar staan en begon voorzichtig een gesprek. Ze stond bij het nog verse graf van haar man. Een lotgenote dus. We weten allebei hoe het is. Al kun je nooit precies weten hoe een ander dat voelt. Het deed haar zichtbaar goed even haar verhaal te kunnen vertellen. Ze vroeg ook naar het mijne. Een ontmoeting die ons allebei toeviel. Waaraan we af en toe nog eens kunnen terugdenken.
Vrienden worden met die mensen die je zo ontmoet? Geen idee of dat wat zou worden. En ik heb genoeg vrienden en vriendinnen om me heen. Maar op het moment van de ontmoeting is er even iets kostbaars. En dat is voldoende.
"Toevallige" ontmoetingen, een mens ontmoet een mens.

Geen opmerkingen: